Gepubliceerd: Donderdag 09 oktober 2014 13:23
Het Waterlands Archief doet mee aan de Stuk van het Jaar verkiezing, een verkiezing van het mooiste, meest bijzondere of vreemdste archiefstuk van Nederland. Hun inzending: het Waterlands slavernij document.
Op de website van Stuk van het Jaar kan gestemd worden op de inzending van het Waterlands Archief. U kunt uw stem uitbrengen op: www.onsdna.nl/waterlands-archief/
Meer informatie over de inzending:
Het slavernijverleden van Nederland blijft de actualiteit beheersen. Zo zou in het onderwijs meer aandacht moeten worden besteed aan deze zwarte bladzijde uit de vaderlandse geschiedenis. En dan is er ook nog de discussie rond Zwarte Piet, die dit jaar eerder is losgebarsten dan ooit. Wat onze inzending dan ook zo bijzonder maakt, is dat het een heel andere en bijna onbekende vorm van slavernij laat zien. In de 17e en 18e eeuw belandden namelijk ook veel Nederlandse - en dus ook Waterlandse - zeelieden in Noord-Afrika in slavernij, nadat hun schip door Barbarijse zeerovers gekaapt was.
Zo ook Pieter Jacobsz. Vroom, de pas 16-jarige scheepsjongen uit Watergang, de hoofdpersoon van ons stuk. Het schip waarop hij voer, de Sint Jacob, werd op 23 januari 1668 door Barbarijse kapers genomen. Pieter werd in Algiers opgebracht en op 9 februari als slaaf verkocht. Een ware nachtmerrie voor zijn moeder, Welmoet Pieters, die kort daarvoor weduwe was geworden. Haar man was tijdens de zeeoorlog met Engeland gesneuveld en liet zijn vrouw met acht kinderen achter.
Welmoet wilde niet ook nog eens een (kost winnend) kind verliezen en wendde zich daarom tot het dorpsbestuur van Landsmeer en Watergang. Het dorpsbestuur wist dat de admiraliteit te Amsterdam een oorlogsvloot naar de Middellandse Zee zou uitzenden. Als er tijdens deze militaire operatie kapers gevangen genomen zouden worden, dan zouden deze in Spanje als slaaf worden verkocht en konden er met de opbrengsten daarvan weer Nederlandse slaven worden vrijgekocht. Het dorpsbestuur wendde zich op zijn beurt dus tot de admiraliteit met het verzoek om namens Welmoet ook de naam van haar zoon op de lijst met vrij te kopen slaven te zetten.
Zoon Pieter werd echter niet door de oorlogsschepen van de admiraliteit bevrijd. In 1671 stelde een Watergangse burgemeester zich immers met nog iemand borg voor de vrijkoop van Vroom, terwijl de joodse koopman en Algerijnse resident in ons land, Louis d’Azevedo, in deze kwestie zou bemiddelen. Uiteindelijk is hij vrijgekomen, want in het kerkje van Watergang hangt aan het gewelf een scheepsmodel waarvan het verhaal gaat dat het door Pieter Jacobsz. Vroom is gemaakt en als dank voor zijn bevrijding aan de kerk is geschonken.
Bron: Waterlands Archief