Het kloppend hart van Waterland
Live

Herinneringen aan de oorlogstijd in Watergang in aanloop naar Remembrance Day

Gepubliceerd: Dinsdag 29 oktober 2024 10:22

Herinneringen aan de oorlogstijd in Watergang in aanloop naar Remembrance Day

Elk jaar gaat PIM met Johan Hilarides van het Herdenkingscomité Monnickendam op pad om een oorlogsverhaal in Waterland op te halen. Elk jaar komt een andere kern aan de orde. Dit keer togen we naar Watergang en spraken Willem Haars die zich allerlei anekdotes uit die tijd nog goed herinnert.

Willem Haars is geboren en getogen in Watergang, wel op een ander adres dan waar hij nu - sinds zijn trouwen - al 60 jaar woont. Als kind bij zijn ouders met nog zes broers en zussen groeide hij op aan de Kanaaldijk in de buurt van Het Schouw. Hij is nu 86 jaar. In 1943 was hij een jochie van 5 en zijn herinneringen gaan terug tot die tijd. Helemaal over de koude winter die al in november begon en zorgde voor vrieskou zelfs in huis, want zijn moeder deed de kachel ’s nachts uit. In de ochtend vroor het dan ook binnen. Er werd van alles gestookt, hout van bomen maar ook van de bielzen van de tram die van Amsterdam langs Watergang naar het noorden reed. Zijn oudere broers gingen met vrienden stiekem turf steken bij de Volgermeer en voeren dan de volgeladen koeboot terug naar huis. Daar lag de turf in de schuur, bij de konijnen die geslacht zouden worden. Tot ieders grote schrik is de schuur op een nacht leeggeroofd. Alle turf en de konijnen zijn meegenomen zonder dat het gezin Haars er ’s nachts iets van gemerkt had.

Ouders
Vader Haars had een autospuitbedrijf in Amsterdam en had in de oorlog alles verkocht om aan eten te komen. Hij moest negen monden vullen en zijn goedaardige vrouw zorgde ook nog voor arme stakkers die van Amsterdam naar de Beemster en dan weer met eten terugliepen. Voor sommige mannen bleek de tocht namelijk te zwaar, ondervoed en door kou bevangen als ze waren. Moeder Haars lapte de mannen dan op, die soms wel twee tot drie maanden bleven tot ze weer aangesterkt waren. Dat betekende wel weer een extra maaltijd aan tafel, maar honger heeft de familie Haars niet gehad. Dat kwam natuurlijk ook door de ligging van Watergang, met de boeren in de omgeving.

Duitsers
Meneer Haars kon zich nog goed herinneren hoe hij als klein jochie in het donker de zoeklichten zag van de Engelse vliegtuigen. Die keken waar ze hun bommen moesten laten vallen. Aan het ‘zwarte pad’ lag destijds een bunker met Duitse mannen die die vliegtuigen probeerden neer te halen. De Duitsers in de bunker kregen hulp van vier jonge Duitse mannen die zich verscholen hadden onder de Schouwbrug. Daar hadden ze een eigen onderkomen. Het bleken vier nog jonge mannen die niet onaardig waren voor de buurtjongens van Watergang. Ze schoten bijvoorbeeld ook een eend neer die de jongens blij mee naar huis namen om thuis te laten klaarmaken om te eten.Toen de Duitsers langskwamen om (jonge) mannen op te halen voor tewerkstelling in Duitsland had de Ondergrondse de Watergangers ingeseind. Die hebben daarop hun huisnummers begraven zodat de Duitsers niet op huisnummer de mannen konden vinden. Jaren later vond iemand nog een huisnummer in zijn tuin.

De huidige mevrouw Haars was een baby en woonde in Edam. De Duitsers kwamen dekens ophalen, deur aan deur, maar toen ze de baby zagen, gingen ze toch zonder dekens weg. Zelf hadden ze ook een baby thuis en blijkbaar vonden ze dat toch te bar.

De bevrijding zorgde ook in Watergang voor veel blijheid waarbij moeder Haars stond te dansen met de buurvrouw toen ze het hoorde. Die aanblik van zijn dansende moeder zal meneer Haars ook nooit vergeten.

 

Deel deze pagina:

Omroep PIM - redactie@omroep-pim.nl - Realisatie website: HPU Internet Services